Op de rand van de afgrond

08-10-2024

Kabinet Schoof I is volop in bedrijf. De witte broodweken zijn voorbij, Prinsjesdag en de algemene beschouwingen zijn achter de rug. De winnaars van de verkiezingen zijn aan de slag gegaan met een dik pakket aan beleidsvoornemens, dat de ontevreden kiezer tevreden moet stemmen. Door de inbreng van nieuwe partijen is de kleur van het kabinet anders, maar de bloederige arena staat nog fier overeind. De oppositie wacht geduldig af. Vanwege het agressieve karakter van het politieke spel moeten we vrezen voor een teleurstelling. De kans is groot dat Schoof I de eindstreep niet zal halen; of de oppositie brengt hem om, of hij slaat de hand aan zichzelf. En wat dan? Dan hebben we een probleem!

Tijdens de laatste verkiezingen zijn de oude partijen flink afgedroogd. De kiezers hebben duidelijk hun onvrede over de gevestigde orde laten gelden. VVD, D66 en het CDA hebben tientallen zetels verloren. Het waren de nieuwe partijen die er met de buit vandoor gingen: PVV, BBB en NSC. Zij mogen de gaten dichten die de oude politiek heeft achtergelaten: het vertrouwen in de politiek is laag, alsmede de effectiviteit van het landsbestuur. Geen probleem wordt nog fatsoenlijk opgelost, waardoor onze zorgen toenemen. Onvrede als grondslag voor de overwinning. Onvrede die alleen door slagvaardig besturen kan worden opgelost. Vraag is of dat gaat lukken. Wat als het alternatief ook niet uit de verf komt? Wat blijft er dan nog over van onze politiek?

Het nieuwe kabinet is opgezadeld met een enorme berg aan uitdagingen. Vraag is hoe het tekort aan woningen op te lossen, hoe het asielvraagstuk uit te knobbelen, hoe ons welzijn en onze gezondheid op te krikken, hoe onze veiligheid en vrijheid te waarborgen, hoe de brandstof- en voedselprijzen betaalbaar te houden? Ga d'r maar aanstaan in deze tijd, waarin de beleidsruimte beperkt is door tal van oude afspraken, akkoorden, wetten en internationale verdragen. Geen minister kan frank en vrij opereren op zijn of haar departement. Veel ligt vast, veel is gevoelig, veel is complex. En overal spelen belangen, overal zijn lange tenen, overal loeren tegenstanders op een zwak moment. Even van beleid veranderen is onmogelijk. En hoeveel geduld hebben wij, de ontevreden kiezers, eigenlijk?

Hoe kunnen we de slagvaardigheid van het landsbestuur opkrikken? Vol optimisme aan de slag gaan is niet genoeg. Om de effectiviteit van de politiek te vergroten, en daarmee onze zorgen te verkleinen, is meer nodig. Alles begint bij een gezond werkklimaat. Een omgeving scheppen die uitnodigt om in alle openheid en eerlijkheid te spreken over problemen, een sfeer creëren die ruimte biedt aan nieuwe ideeën, die het zoeken naar gemene delers stimuleert, die samenwerking tussen partijen en tussen politiek en samenleving in de hand werkt. En dat is nou net wat eraan schort in Den Haag. Was de politiek een bedrijf, dan zou ze allang failliet zijn. Kapot gemaakt door interne strijd. Men gunt elkaar het licht in de ogen niet en dat voor mensen die ervoor moeten zorgen dat alles goed geregeld is, vertegenwoordigers die ons welzijn mogen en moeten dienen. Daarvoor hebben ze onze stem gekregen.

Vraag is hoe een vitaal werkklimaat in Den Haag te scheppen? Met andere woorden, kunnen we het strijdtoneel transformeren in een samenwerkingsverband? Dat begint met de rekrutering van nieuwe politici. Worden ze nu geselecteerd op basis van hun intelligentie, strijdlust en discipline, ze kunnen ook aan de hand van een volwassen instelling worden gekozen. Volwassen in de zin van luisteren, meedenken en praten, in de zin van het overstijgen van de eigen schaduw en het eigen belang. Het politieke ambt is niet in de eerste plaats bedoeld om jezelf en de partij in de schijnwerpers te zetten, maar om het land en de burgers te dienen. Wie doof is voor anderen, stekeblind is voor samenwerking, ongevoelig is voor leed en alleen aan zichzelf kan denken, is niet langer welkom op het Binnenhof. 

De huidige generatie politici komt niet uit de provincie maar wordt tijdens de studie gerekruteerd, om geheel en al gekneed te worden in het politieke vak. En dat gaat op de ouderwetse manier van gehoorzamen aan de partijtop en strijden tegen iedereen die anders van kleur is. Alles uit angst om de macht te verliezen. Om politici met een open, eerlijke en dienstbare houding een kans te geven, politici met een sterke binding met de achterban, zij die begrijpen dat macht een gezamenlijke verantwoordelijkheid is, moet het spook van angst en wantrouwen verdreven worden uit de spelonken van het Binnenhof. De angst om in andermans val te trappen is vaak de oorzaak voor defensief en agressief gedrag. Angst die meer kapot maakt dan je lief is, angst die een blokkade vormt voor slagvaardig bestuur gericht op het vergroten van het welzijn van ons allen.

Hoe kunnen we de destructieve angst omvormen in constructief vertrouwen? Dat kan door het partijbelang ondergeschikt te maken aan het algemeen belang. Dat kan door met z'n allen een horizon te schetsen, één die gesteund wordt door grote groepen in de samenleving. Dit vergroot de onderlinge verbondenheid én het gemeenschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel. Samen de schouders eronder zetten in plaats van elkaar te bestoken. Een horizon in algemene zin. Wie is er tegen genoeg woningen, tegen een lage milieubelasting, tegen meer veiligheid en vrijheid, tegen het bevorderen van welzijn en gezondheid? Niemand, toch? Geen partij of groep die moeilijk zal doen. Blijft de discussie hoe dit te bewerkstelligen. Als politici stoppen met het automatisch zoeken naar tegenstellingen en het stelselmatig negeren van overeenkomsten, dan kunnen we ook deze horde nemen. Hoogste tijd om ons licht hier op te laten schijnen. En alles vanuit de gedachte dat we samen veel verder komen dan alleen, dat samenwerking meer vruchten afwerpt dan strijd.

Dit proces van afstemmen en verbinden is nieuw in de politiek. We denken dat politiek synoniem is aan strijd, maar dat hoeft natuurlijk niet. Politici kunnen ook besluiten om samen te werken, zeker in moeilijke tijden. Strijden is leuk, maar niet bij tegenwind, dan kunnen we beter de krachten bundelen. Politieke partijen zijn altijd vrij geweest om hun visie en kunde naar eigen inzicht te etaleren. Daarin is het afzetten tegen andere opinies een steeds grotere rol gaan spelen. Jezelf omhoog helpen door anderen naar beneden te drukken. Deze destructieve benadering mag overboord. Een coöperatieve instelling is wat ons verder brengt. Vanwege de onbekendheid hiermee, zal dit proces van afstemmen en verbinden begeleid moeten worden door professionals. Zij die bijvoorbeeld hun sporen in het bedrijfsleven of in de sportwereld hebben verdiend. Politici niet meer de vrije hand geven, maar laten bijstaan door vredestichters en teambuilders. Coaches én scheidsrechters die de politiek gaan stroomlijnen, onder meer door angsthazen en vechtmachines buitenspel te zetten.

Het gaat niet goed met Nederland. De politiek wordt steeds machtelozer, waardoor bij veel burgers het water aan de lippen staat. Politici zijn niet meer in staat om ons burgers een zorgeloos bestaan te garanderen. Vraag het de boeren, de middenstanders, de ZZP-ers, de onderwijzers, de zorgverleners, de mensen bij de voedselbank, de mensen die geen betaalbare woning kunnen vinden. Goede bedoelingen, fijne beloftes en mooie praatjes zijn niet genoeg. Een nieuw kabinet die in dezelfde bloederige arena moet opereren ook niet. Als het nieuwe kabinet het tij niet kan keren, dan stort de politiek over de rand van de afgrond. Dan zijn er geen geloofwaardige alternatieven meer over. De zware onderstroom van angst, wantrouwen en strijd heeft gewonnen. En wij, de burgers, zitten op de rokende puinhopen.

Hoe kunnen we de politiek nieuw leven inblazen? Reanimatie van het politieke bedrijf werkt alleen met nieuwe spelregels. Regel één? Het begraven van de strijdbijl onder begeleiding van externe professionals. De bijl verdwijnt van het toneel als we ons gezamenlijk verantwoordelijk gaan voelen voor het wel en wee in de samenleving. Zo'n constructieve houding bewerkstelligen we door met z'n allen een horizon te schetsen, een richting te bepalen die we op willen, één waar niemand op tegen kan zijn. Behalve misschien de grote ego's die zichzelf belangrijker achten dan het welzijn van de burgers. Zij mogen als eerste met rood het veld af. Alleen zo kunnen we het levend Stratego inwisselen voor een spel met louter winnaars.

David Goedhart
Politicoloog en initiatiefnemer Partij van de Liefde